Ontslag en verworven rechten
Wat is een verworven recht bij ontslag?
In het arbeidsrecht zwerft de term ‘verworven rechten’ rond. Soms is dit een aspect waarmee rekening moet worden gehouden bij ontslag. Ik leg in dit blog uit wat verworven rechten zijn, wat je daar als werknemer aan hebt en welke invloed het heeft op een ontslag.
Arbeidsvoorwaarde of verworven recht?
Een werknemer heeft binnen een arbeidsrelatie een aantal duidelijke rechten: hij heeft recht op loon, op vakantiegeld, op verlof en loon bij ziekte. Die rechten vloeien voort uit de wet, uit de eventueel van toepassing zijnde cao en uit de tussen werkgever en werknemer gesloten arbeidsovereenkomst.
Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst, worden niet altijd alle arbeidsvoorwaarden door werkgevers en werknemers uitonderhandeld of uitgesproken. Dat kan tot gevolg hebben dat werknemers soms aanspraak kunnen maken op “verworven rechten”. Een verworven recht is een arbeidsvoorwaarde van een werknemer dat in de loop van de tijd stilzwijgend is ontstaan. Een veelvoorkomend voorbeeld is een eindejaarsbonus, die de werkgever aan zijn werknemers betaalt, of het privégebruik van een leaseauto.
In een ontslagsituatie kan dit soms tot frictie leiden. Werkgever zal betogen dat dit nergens formeel is vastgelegd en dat je als werknemer nergens aanspraak op kan maken. Jij zal dat waarschijnlijk anders zien.
Zes gezichtspunten moeten houvast bieden
De vraag of sprake is van een verworven recht, is dan ook vaak de inzet geweest bij een rechtszaak. De problemen ontstaan bijvoorbeeld als de werkgever een keer niet in staat is om een jaarlijkse bonus te betalen of deze tijdens ziekte de leaseauto nodig heeft voor een andere werknemer. Op dat moment zal de werknemer aanspraak kunnen maken op een verworven recht. Kantonrechters denken verschillend over verworven rechten. De Hoge Raad heeft daarom in een arrest van 22 juni 2018 richtlijnen gegeven om te bepalen of er sprake is van een verworven recht. In het arrest stelt de Hoge Raad voorop:
“De vraag wanneer uit een door de werkgever jegens de werknemer gedurende een bepaalde tijd gevolgde gedragslijn voortvloeit dat sprake is van een tussen partijen geldende (de arbeidsovereenkomst aanvullende) arbeidsvoorwaarde, laat zich niet in algemene zin beantwoorden. Het komt aan op de zin die partijen aan elkaars gedragingen (en in verband daarmee staande verklaringen) hebben toegekend en in de gegeven omstandigheden daaraan redelijkerwijs mochten toekennen.”
De Hoge Raad formuleert vervolgens hiermee zes gezichtspunten, die werkgevers, werknemers en rechters houvast moeten bieden. Bij de beoordeling of sprake is van een verworven recht, komt betekenis toe aan:
- de inhoud van de gedragslijn;
- de lengte van de periode gedurende welke de werkgever de desbetreffende gedragslijn heeft gevolgd;
- de aard van de arbeidsovereenkomst en de positie die de werkgever en de werknemer jegens elkaar innemen;
- hetgeen de werkgever en de werknemer in verband met deze gedragslijn jegens elkaar hebben verklaard of juist niet hebben verklaard;
- de aard en de omvang van de kring van werknemers jegens wie de gedragslijn is gevolgd;
- de aard van de voor- en nadelen die voor de werkgever en de werknemer uit de gedragslijn voortvloeien.
Vraag om advies
Een werkgever zal zich vaak op het standpunt stellen dat er bij een niet-contractuele periodieke uitkering geen sprake is van een verworven recht. Dit kan aanzienlijk schelen. Ook ter berekening van een mogelijke ontslagvergoeding.
Mocht je met ontslag te maken krijgen en er komt een discussie over een verworven recht bij kijken en je komt er zelf niet raden wij aan om contact met ons op te nemen. Wij helpen je graag om te krijgen waar je recht op hebt!