Wat als je onder druk getekend hebt voor ontslag?
Kun je als werknemer de ondertekende beëindigingsovereenkomst van tafel te krijgen?
In een ideale wereld zit je met je werkgever aan tafel om de beëindiging van het arbeidscontract te bespreken. Over alles wordt je het eens: einddatum, vrijstellingen, uitbetalen vakantiedagen, laptop, non-concurrentiebeding, WW-mogelijkheden en ontslagvergoeding. Met wederzijdse goedkeuring tover je een fijnschrijver tevoorschijn en teken je, net als je werkgever, tevreden over de onderhandeling de vaststellingsovereenkomst en je gaat beiden je eigen weg. "Don’t be a stranger", roept je inmiddels ex-werkgever je nog na.
Scheve verhoudingen bij onderhandeling
Helaas blijkt de werkelijkheid een stuk weerbarstiger. Niet in de laatste plaats omdat de verhouding tussen werkgever en werknemer scheef is: de werknemer verkeert in een zwakkere positie dan de werkgever. Werkgevers doen er niet zelden alles aan om die sterkere positie tijdens de beëindigingsonderhandelingen uit te buiten. Je wordt van alles in de schoenen geschoven en de arbeidsrelatie is dermate verstoord dat voortzetting onmogelijk is. Volgens de werkgever althans. Wanneer je legitieme bezwaren tegen de beschuldigingen aandraagt, blijkt de werkgever onvermurwbaar en dreigt je op staande voet te ontslaan of, nog erger, aangifte te doen bij de politie.
Onterechte situatie
Onder dergelijke immense druk en om je recht op een uitkering te behouden (die meestal vervalt bij ontslag op staande voet), onderteken je toch de beëindigingsovereenkomst. Eenmaal thuis lees je de overeenkomst op je gemak nog eens door en met de inkt nog vers kom je tot de slotsom dat deze hele situatie onterecht is. Maar een ondertekende beëindigingsovereenkomst is bindend. Heb je nog wel een poot om op te staan?
Wat word je gegund?
Ook de wet en de rechtspraak in ruime zin erkennen de ongelijke verhoudingen tussen werkgever en werknemer. Een werkgever heeft wat betreft dit soort overeenkomsten een aantal verantwoordelijkheden, die niet te licht mogen worden opgevat, zodat misbruik van een sterkere positie wordt voorkomen. Een werkgever moet je te allen tijde voldoende gelegenheid gunnen om de gevolgen van beëindigingsovereenkomst te overzien en daardoor de mogelijkheid bieden om een tegenvoorstel in te dienen.
Veertien dagen is redelijk
Je begrijpt dat een werkgever vaak niet zit te wachten op een dergelijk tegenvoorstel. Vandaar dat ze druk op je uitoefenen en dreigen met allerlei nadelige consequenties als je niet snel ondertekent. Terwijl werkgevers verplicht zijn om je bedenktijd te geven. In 2015 wordt in de wet opgenomen dat een werknemer het recht heeft om binnen veertien dagen de ondertekende overeenkomst te annuleren. Tot het zover is kun je er dus vanuit gaan dat veertien dagen een redelijke termijn is om over de in het vooruitzicht gestelde beëndigingsovereenkomst na te denken en juridisch advies in te winnen. Wanneer je dus onder enige druk en korter dan veertien dagen een dergelijke overeenkomst hebt ondertekend, is de kans groot dat een rechter oordeelt dat je geen redelijke termijn is gegund en zal de overeenkomst geen stand houden.
Wij staan je met raad en daad bij indien je de beëindigingsovereenkomst onterecht vindt.