De ketenregeling: een wolf in schaapskleren

Jos de Ridder Jos de Ridder 21 oktober 2014 17870

De wet Werk en Zekerheid van het huidige kabinet VVD/PvdA is een drietrapsraket. Vanaf 1 januari 2015 is de rechtspositie van flexwerkers versterkt, vanaf juli 2015 wordt de WW aangepakt én het ontslagrecht voor werkgevers anders ingericht. Deze keer deel 2: de ketenregeling.

Kort gezegd houdt de verandering in dat waar het vooralsnog mogelijk is om een werknemer drie jaar (36 maanden) tijdelijke contracten aan te bieden, dat de werknemer vanaf 1 juli 2015 na twee jaar (24 maanden) recht heeft op een vast contract. Deze maatregel is volgens het kabinet noodzakelijk om het verschil tussen insiders (werknemers met een contract voor onbepaalde tijd) en outsiders (werknemers met een tijdelijke overeenkomst) te verkleinen. In die zin poogt de wetswijziging flexwerkers tegemoet te komen en hun kansen op een vast dienstverband te vergroten.

Hoe is het nu?

De Wet Flex en Zekerheid werd per 1 januari 1999 van kracht om freelancers en zzp-ers houvast te bieden op het gebied van arbeidsrecht. Het hield onder andere in dat na drie keer verlengen van een tijdelijk dienstverband (dus bij ingang van het vierde contract), de werknemer recht had op een contract voor onbepaalde tijd. Daarbij was wel een flinke voorbehoud opgenomen. Want was een werknemer drie maanden uit dienst - niet geheel toevallig ook de duur van een minimale WW-uitkering - dan stond de teller weer op 0 en konden gewoon weer opnieuw drie tijdelijke dienstverbanden worden aangeboden. Met name seizoensarbeiders en mensen werkzaam in de media maakten van deze regeling gebruik, zodat werkgevers niet onnodig werden opgezadeld met talloze vaste dienstverbanden. Bovendien was ook vastgesteld dat na drie opeenvolgende tijdelijke contracten de werknemer sowieso recht had op een vast contract.

Wat verandert en waarom?

De realiteit is dat de meeste outsiders na drie jaar te horen kregen dat een vast dienstverband er niet in zat. De werknemer kon op zoek naar een nieuwe functie en de werkgever ging op zoek naar het volgende 'slachtoffer' dat ze drie tijdelijke contracten kon aanbieden. Zeker in branches waar het aanbod van werknemers riant is, betekende dit voor de werknemer weliswaar werkzekerheid maar allerminst baanzekerheid. Werknemers werkten dan weer hier en dan weer daar en waren een speelbal van werkgevers, die het uit hun hoofd hielden om mensen vast in dienst te nemen. Om werknemers sneller aan een vast dienstverband te helpen, wordt de ketenregeling per 1 juli 2015 daarom teruggeschroefd naar twee jaar.

Biedt het soelaas?

Dat is natuurlijk nog maar zeer de vraag. Want dat een werknemer nu na 24 maanden al recht heeft op een vast dienstverband, wil natuurlijk niet zeggen dat werkgevers inderdaad sneller geneigd zijn om een vast contract aan te bieden, aangezien hun intenties ondanks de wetswijziging onveranderd blijven. Het ligt juist voor de hand om te denken dat werkgevers eerder verplicht zijn op zoek te gaan naar nieuwe tijdelijke krachten. Een extra moeilijkheid in dit geval is dat de periode van tussenpoos van drie naar zes maanden is opgeschroefd. Werknemers moeten nu dus zes maanden thuiszitten voordat ze weer terug kunnen naar de werkgever, die vaak ook niet zo lang kan wachten en iemand anders een tijdelijk contract aanbiedt.

Kortom, zo op het eerste gezicht lijkt de verscherping van de ketenregeling een zegen voor de outsiders die ogenschijnlijk sneller recht hebben op een vast dienstverband. In werkelijkheid zou het best een vloek kunnen zijn die de werkzekerheid aantast en ervoor zorgt dat mensen nog sneller op zoek moeten naar nieuw werk.

Andere artikelen over de wet Werk en Zekerheid

  1. De aanzegplicht: zijn we er blij mee?
  2. De ketenregeling: een wolf in schaapskleren
  3. Onder welk beding een concurrentiebeding?
  4. Wie profiteert van uniform ontslagrecht?

Vaststellingsovereenkomst?

Heb je een beëindigings­overeenkomst ontvangen? Wij controleren binnen 4 uur of je kunt onderhandelen over betere voorwaarden en een hogere ontslagvergoeding.